De Craen Calibratie bij jonge bestuurders

 

Jonge beginnende autorijders hebben meer ongevallen dan welke andere leeftijdcategorie dan ook. Twee factoren spelen hier een hoofdrol: de leeftijd en het gebrek aan ervaring. Het menselijk brein doet er lang over tot volle wasdom te komen. Het brein van een 18-jarige heeft nog moeite met planning, het intomen van impulsgedrag, redeneren en informatieverwerking; alle belangrijk voor een veilige rijstijl. Jongeren zijn daarnaast gevoelig voor factoren als moedwillig risico’s nemen, sensatiezucht en de druk van leeftijdgenoten.

 

Met het verstrijken van de tijd na het behalen van het rijbewijs nemen de risico’s snel af, met name doordat rijervaring wordt opgedaan.

 

Onervaren en/of minder kundige bestuurders kunnen het risiconiveau verlagen door de rijtaak te verlichten. Ze kunnen bijvoorbeeld de snelheid aanpassen aan de situatie en hun positie in het verkeer aanpassen. Het bekendste voorbeeld van dit laatste is meer afstand houden.

 

De mate waarin zo’n bestuurder erin slaagt zijn gedrag met succes aan te passen wordt bepaald door zijn “kalibratie”: het aanpassen van de zwaarte van verkeerstaak aan het eigen kunnen.

Het succes van deze kalibratie staat of valt met de drie onderdelen ervan:
- hoe nauwkeurig schat de bestuurder zijn eigen kunnen in,
- hoe nauwkeurig schat hij de zwaarte van de rijtaak in en
- hoe accuraat weet hij zijn rijgedrag aan te passen om beide in evenwicht te houden.

 

De Craen heeft onderzocht in hoeverre het grote ongevalrisico onder jonge beginnende bestuurders te wijten is aan slechte kalibratie. Daarvoor moet je die kalibratie natuurlijk wel kunnen meten. Als dat lukt is een tweede vraag hoe de kalibratie zich bij jongeren ontwikkelt naarmate ze ouder worden en meer ervaring opdoen.

 

De titel van haar proefschrift luidt voluit:

 

Saskia de Craen,
The X-factor, a longitudinal study of calibration in Young novice drivers, Proefschrift, SWOV-Dissertatiereeks.

 

Je kunt het vinden op de website van de SWOV.

 

Jonge beginnende bestuurders krijgen veel ongevallen

 

Jonge beginnende bestuurders lopen het grootste risico van alle subgroepen bestuurders. Ze zijn overgerepresenteerd in eenzijdige ongevallen en ongevallen door controleverlies. Hoge snelheden spelen hier een belangrijke rol. Ze hebben meer moeite met rijden in het donker en alcohol en drugs hebben een grotere invloed op hun rijvaardigheid. De aanwezigheid van adolescente passagiers vergroot het ongevalrisico, de aanwezigheid van andere passagiers verkleint deze. Voor mannelijke jonge beginnende bestuurders is het beeld nog weer erger dan voor vrouwelijke.
Samenvattend: jonge beginnende bestuurders lopen de grootste risico’s, wat vooral te wijten is aan hun gebrek aan ervaring en, wat minder, aan de effecten die hun lage leeftijd met zich meebrengt.

 

Jongeren met weinig ervaring tonen een geringe automatisering van informatieverwerking. Veel processen verlopen nog met bewuste aandacht, wat tot een hogere mentale belasting leidt. Naarmate meer processen automatisch verlopen, blijft mentale capaciteit over voor bijvoorbeeld visueel zoeken en gevaarherkenning. Het zou ook kunnen dat met de ervaring de mentale capaciteit toeneemt en daarmee het vermogen efficiënt informatie te verwerken.
Naarmate de jonge bestuurder ook meer verkeerssituaties heeft meegemaakt, kan hij beter en sneller anticiperen op de mogelijke uitkomst en de erbij horende reactie selecteren.

 

Het risico neemt na het behalen van het rijbewijs zeer sterk af met het verstrijken van de tijd.

 

Calibratie

 

Het buitengewoon hoge risico dat jonge beginnende bestuurders in het verkeer lopen kan mede worden verklaard doordat ze hun gedrag op enig moment niet weten aan te passen aan de moeilijkheid van de verkeerstaak waar ze mee te maken hebben. We hebben het dan over kalibratie: het aanpassen van de moeilijkheid van de verkeerstaak aan de eigen bekwaamheden. De verkeerstaak kan in de meeste gevallen makkelijker worden gemaakt door langzamer te gaan rijden en door de positie aan te passen (denk bijvoorbeeld aan meer afstand houden).

 

De onderbroken groene lijn in het schema geeft aan dat wanneer een bestuurder zich aanpast aan de verkeerssituatie, hij (zijn beeld van) de moeilijkheid van de verkeerssituatie aanpast.

 

In het schema valt te lezen dat het succesvol aanpassen van gedrag aan de situatie staat of valt met de kwaliteit van de drie onderdelen:
- heeft de bestuurder een verkeerd beeld van de eigen vaardigheden,
- van de verkeerssituatie, of
- wil hij zijn gedrag wel aanpassen, maar is de aanpassing te gering,
dan zal hij dus “boven zijn macht” rijden.

 

Bestuurders schatten hun eigen vaardigheden als beter in dan die van de “gemiddelde” rijder. Craen vond dat ervaren bestuurders meer vertrouwen in de eigen vaardigheden hebben dan beginnende bestuurders. Daarnaast vond ze dat mannen minder gevaar ervaren en meer vertrouwen in de eigen vaardigheden hebben dan vrouwen.

 

Ervaren bestuurders kalibreren beter dan jonge beginnende bestuurders. Opmerkelijk aan het onderzoek van De Craen is dat de laatsten niet de te verwachten verbetering in kalibratie toonden in de eerste twee jaar na het behalen van het CBR-examen. Dat werd wel verwacht, als factor bij de snelle afname van het ongevalrisico van deze groep in de eerste jaren.

 

De Craen meldt de paradox waar we in motorveiligheidsland mee worstelen: Om een veiliger bestuurder te kunnen worden moet een jonge beginnende bestuurder rijervaring opdoen en daarmee worden blootgesteld aan het verhoogde risico dat ze lopen. De Craen adviseert jonge beginnende bestuurders zo veel mogelijk rijervaring op te laten doen in een veilige omgeving.
Dat zou kunnen door hen te verbieden bij donker te rijden, niet met leeftijdgenoten als passagier te rijden en hen begeleid te laten rijden. In Zweden bleek dit 33 keer en in Engeland 20 keer zo veilig als alleen rijden.

 

De Craen verzucht dat de zoektocht naar de “X-factor”, die het grote risico van jonge beginnende bestuurders en de snelle afname daarvan in de eerste twee jaar verklaart doorgaat. 

Update website

31 mei 2016

Nieuw: het rapport van het diepteonderzoek van Julie Brown naar ongevallen met motorfietsen is uit, zie 2.1.11. Julie Brown In-depth crash study

13 januari 2015

Nieuw: Diepteonderzoek door Penumaka naar menselijke fouten bij ongevallen tussen auto's en motorfietsen.

22 april 2014

Nieuw: 2.3.10. Elaine Hardy, Northern Ireland Motorcycle Fatality Report 2012, Indepth Study of 39 Motorcycle Collisions In Northern Ireland

4 maart 2014

Nog een nieuw diepteonderzoek naar motorongevallen in Australië: 2.1.12. Monash Universiteit.

4 maart 2014

Nieuw diepteonderzoek in Australië: 2.1.11. Julie Brown van NeuRA.