Rijeigenschappen

 

Rijeigenschappen

 

Om allerlei redenen is een motorfiets, vooral in een noodsituatie, véél moeilijker te berijden dan een auto. Dat komt op allerlei gebieden tot uiting. We werken hier de volgende voorbeelden uit:
1. Noodmanoeuvres
2. Inhalen
3. Technische voorzieningen
4. Sturen

5. Bochten rijden

 

1. Noodmanoeuvres

 

In de fase vóór een botsing, bij de noodstop of de uitwijkmanoeuvre, gaat het met motorfietsen vaker fout dan bij auto’s. Dit leidt tot onnodig hoge botssnelheden en tot valpartijen.

 

Hoe komt dat?
De motorfiets is een eensporig voertuig, met maar twee wielen. Een motorfiets is veel korter dan een auto en hij heeft een relatief hoog zwaartepunt. In extreme omstandigheden is een motorfiets daarom moeilijker onder controle te houden dan een auto.

 

Remmen op de limiet bijvoorbeeld is met een motorfiets veel moeilijker dan met een auto. Gaat je voorwiel schuiven, dan val je ook meteen. Bij auto’s wordt de remkrachtverdeling tussen voor- en achterwielen automatisch geregeld. Wij motorrijders moeten dat helemaal zelf doen. En dat lukt ons niet optimaal.  In een noodgeval lukt het ons helemààl niet! Alleen al hierom remt een auto harder dan een motorfiets

 

Omdat motorfietsen veel smaller zijn dan auto’s, kunnen ze een noodsituatie vaker oplossen door te sturen. Een motorfiets komt met minder zijdelingse verplaatsing om hetzelfde obstakel heen.

Uit statistieken blijkt dat motorrijders in een noodgeval vaak niet de juiste keuze maken: ze beginnen een noodstop waar uitwijken beter was geweest en andersom. Wat ook vaak voorkomt is dat de motorrijder tegelijk probeert te remmen en te sturen; dat is in een noodgeval vrijwel onmogelijk. Veel beter is één van beide oplossingen te kiezen!

 

Sturen met een motorfiets blijkt moeilijker dan met een auto. Zeker op de grens en in een noodsituatie.

 

2. Inhalen

 

Inhalen: lijkt makkelijk en is daarom verleidelijk.

Bron afbeelding: http://theoriginalgreenwichdiva.com

 

Motorfietsen hebben een acceleratievermogen dat alleen door de allerduurste sportauto’s wordt benaderd. Daarnaast zijn ze zo smal dat ze door de kleinere gaatjes in het verkeer kunnen.

Motorrijders halen daarom veel vaker in dan auto’s. Inhalen levert natuurlijk méér gevaar op dan netjes in de rij blijven rijden.

Motorrijders hebben dus, statistisch gezien, meer kans op een inhaalongeval dan automobilisten.

 

3. Technische voorzieningen aan het voertuig

 

De rijeigenschappen van auto’s worden veel meer technisch verbeterd dan die van motorfietsen. Voorbeelden van wat we hier bedoelen zijn de remassistent (Brake assist), ESP (Electronic Stability Program of Electronisch stabiliteitsprogramma) en CBC (Cornering Brake Control).

 

Remassistent

De remassistent van een auto neemt het commando over de remmen over en zet (met gebruik van het ABS) een absoluut maximale remming neer zodra en zo lang als de bestuurder in paniek op de rem trapt. Zo’n auto remt in een noodgeval heel veel beter dan een motorrijder!

Uit een test bleek dat autobestuurders bij een paniekremming vanaf 100 km/h gemiddeld 73 meter remweg nodig hebben. De remassistent verkort dit tot 40 meter! Daarmee voorkomt dit systeem een botsing met 67 km/u!!

 

ESP
Als de auto in een bocht uit het spoor dreigt te lopen, remt ESP een of meer van de vier wielen onafhankelijk van de andere af . Zo’n auto corrigeert dus fouten van z’n baas in de bocht. Gaat een motorfiets in een bocht eenmaal met de bestuurder aan de haal, dan wordt het meteen al héél moeilijk voor hem.

 

1. De geel/zwarte auto nadert een obstakel, 2. de bestuurder verandert abrupt van richting en de auto komt op de verkeerde weghelft; zonder ESP komt hij in een slip en crasht (geel). Met ESP (zwart) corrigeert het systeem de fouten van de bestuurder, die heelhuids en onder controle weer op zijn eigen weghelft terugkeert.

Bron afbeelding: Bosch Media Service, www.bosch-presse.de

 

CBC
CBC gebruikt informatie van het ABS en remt wielen afzonderlijk meer of minder af tijdens remmen in een bocht. Het systeem voorkomt overstuur en houdt de auto in de door de bestuurder gewenste richting, zelfs als in een bocht plotseling geremd wordt. Bij motorfietsen leidt remmen met de voorrem in een bocht tot een oprichtend moment: de motorfiets wil overeind komen en (dus) naar de buitenzijde van de bocht bewegen. Vooral bij schrik worden motorrijders hier zo door overvallen, dat ze niet in staat blijken een botsing of het van de weg raken te voorkomen.

 

4. Sturen

 

Elke automobilist weet feilloos hoe hij zijn auto moet besturen: aan het stuur draaien! Veel motorrijders weten niet hoe ze hun motorfiets besturen, moet en al helemaal niet als er in nood heel fel moet worden uitgeweken!

 

In motorland heersen verkeerde (en gezien de ongevalstatistiek heel schadelijke!) opvattingen over hoe je een motorfiets stuurt. De meningen varieren van “daar kijken”, via “gewichtsverplaatsing” tot “leunen”. Allemaal - als de nood aan de man is - héél fout!

 

Extreem tegensturen!

Bron afbeelding: empiregp.com.

 

Een motorfiets bestuur je maar op één manier effectief: door tegensturen; dat is: tegen één van de stuurhelften duwen!

 

Elders in deze website leggen we uitgebreid uit hoe sturen werkt en hoe je het kunt oefenen. Dit verschil in kennis van- en kunde in het sturen zet de motorrijder op achterstand bij de automobilist in gevallen waarin met stuurmanskunst een ongeval had kunnen worden vermeden.

 

5. Bochten rijden

 

Veel motorrijders komen in een bocht hun eigen grens tegen: van nature durven we niet veel schuiner te gaan dan 20°. Dat is een in de loop van miljoenen jaren evolutie gegroeide grens. Schuiner dan deze hoek durven vooral beginnende motorrijders niet. Ook niet als ze daarmee een ongeval kunnen voorkomen! Naarmate je ervaring met het motorrijden opbouwt zul je je grens leren verleggen.
 

Waar ligt de grens?

De tweewieler met cabine op de foto is een Ecomobil van het Zwitserse Peraves AG

 

Autorijders hebben hier geen last van. Auto’s hoeven niet schuin te gaan om een bocht te nemen!

 

Bij het rijden van bochten ontstaan allerlei problemen doordat motorrijders op het verkeerde moment op de verkeerde manier en op de verkeerde plaats kijken. Een motorfiets is in een bocht veel gevoeliger voor (gebrek aan) kijktechniek van de berijder dan een auto.

Als je met 120 km/u een auto binnenrijdt ....
Update website

31 mei 2016

Nieuw: het rapport van het diepteonderzoek van Julie Brown naar ongevallen met motorfietsen is uit, zie 2.1.11. Julie Brown In-depth crash study

13 januari 2015

Nieuw: Diepteonderzoek door Penumaka naar menselijke fouten bij ongevallen tussen auto's en motorfietsen.

22 april 2014

Nieuw: 2.3.10. Elaine Hardy, Northern Ireland Motorcycle Fatality Report 2012, Indepth Study of 39 Motorcycle Collisions In Northern Ireland

4 maart 2014

Nog een nieuw diepteonderzoek naar motorongevallen in Australië: 2.1.12. Monash Universiteit.

4 maart 2014

Nieuw diepteonderzoek in Australië: 2.1.11. Julie Brown van NeuRA.